Mist

16 nov

Ik moet er nu zelf eigenlijk wel om lachen. Hoe kon ik zo hopeloos naïef zijn? Het zullen wel die hormonen zijn geweest, het feest je een man te voelen. Nu, dat feestje was gisteren snel voorbij. Ik dacht wel eens even een rondje te kunnen gaan wandelen. Er was mist, moet je weten. Dat is een soort grijzige deken van waterdruppeltjes, die over de grond hangt. Een soort waterige rook. Niet giftig, hoogstens een beetje koud. Ik wilde dat van dichtbij meemaken. Het is alsof mijn gevoelens steeds sterker worden en mijn rede langzaamaan naar de achtergrond verdwijnt. Ik wil alles aanraken, als een klein kind, alles verkennen, proeven.

Ik dus naar buiten. Je moet weten, dat heb ik misschien niet verteld, dat ik hier gisteravond pas laat aankwam. Ik was maar te voet op weg gegaan, die treinen bevallen me niet en ik wilde eens kijken of ik een rit kon pakken in een van die automobielen.   Ze gebruiken nog van die primitieve verbrandingsmotoren, veel herrie en stank en hyperinefficiënt, ik wilde daar wel eens in zitten. Ik ben dus de stad uitgelopen en heb een kwartiertje langs de grote doorgaande route gedrenteld. Ze zijn hier nog niet in staat die vervoerstroep netjes onder de grond te stoppen, moet je weten. En na dat kwartier stond de hele toestand stil. Een ronkende rij stinkende stukken blik. Hilarisch. In elk voertuig één mens, allemaal even chagrijnig. Ik tikte nog op een ruitje om te vragen of ik mee mocht rijden, maar de persoon achter het stuurwiel schrok zich wild en deed snel de deuren op slot. Ik ben maar verder doorgewandeld. Later vond ik een terreintje waar ze die voertuigen vullen met stookolie.

Het stonk er als de neten, maar ik heb er wel een lift weten te krijgen naar WEST B56|, bij een dikbuikige man die een vrachtvoertuig (‘vrachtwagen’ noemde hij het zelf) bestuurde. Een goede keuze, hij was zo in zijn eigen wereld dat hij niets vreemds aan me opmerkte. Ik hoefde ook niets te zeggen, hij onderbrak zijn eigen monoloog alleen voor zijn getier op andere voertuigen op de weg. Onvoorstelbaar dat dat hier nog wordt toegestaan: zelf je voertuig besturen op de doorgaande routes. Iedereen snapt toch dat een mens dat helemaal niet kan? Volkomen geschift. Verder had de dikke baas het vooral over een volk van de Kutmarokkanen, kennelijk een soort nomadische lagermensen die in deze jaren voor veel problemen zorgen. ‘Die Marrokkanen, dat is net sperma!’ schreeuwde hij op zeker moment lachend. ‘Er zijn er miljoenen maar er werkt er maar eentje!’ Die grap had hij ergens ‘op tv’ gezien, je weetwel die kijkdozen waarover ik het gisteren had. ‘En het geeft een hoop troep,’ voegde hij er schokschouderend aan toe. Ik heb uit beleefdheid maar wat meegelachen. Humor is hier nu eenmaal wat onderontwikkeld.

Hij zette me dus gisteren in de namiddag af bij een van die pleisterplaatsen voor olie, vlakbij B56. Vertouwend op de kaarten in de klokmodule ben ik vanaf die oliepomp het achterliggende bos ingelopen. Daar lag overal troep. Ze gebruiken nog van dat plastic verpakkingsmateriaal, dat niet vergaat. Daar betaal je nu een vermogen voor, maar toen was er nog olie zat, al klaagde de dikke bestuurder wel dat het allemaal zo duur werd. Moet je het vooral opstoken. Nu goed, wat direct opviel in dat bosje waren de vele verpakkingen van zakdoekjes, alsof alle bezoekers van de pleisterplaats hun verkoudheid in dit bosje uitsnoten.

Koud honderd meter het bos in werd ik aangesproken door wat geheimzinnige man, die er wat ronddrentelde. Toen ik hem naderde informeerde hij omzichtig of ik misschien ‘Jonge Ahmed’ was. Zijn gezicht was een mengelmoes van opluchting en teleurstelling toen ik dit ontkende. ‘Ik dacht al, je bent wel ouder dan ik hoopte.’ Hij keek daarbij onderzoekend op zijn polshorloge en verzuchtte toen dat hij niet verwachtte dat Jonge Ahmed nog zou komen. Enigszins hoopvol sloeg hij zijn blik naar mij op. Daar begon het allemaal mee. Ik weet zeker dat het Instituut dit…

Shit. Ze komen weer. Ik moet rennen.

2 Reacties to “Mist”

Trackbacks/Pingbacks

  1. Mist #tabideas | DeJaap - november 16, 2010

    […] Ik moet er nu zelf eigenlijk wel om lachen. Hoe kon ik zo hopeloos naïef zijn? Het zullen wel die hormonen zijn geweest, het feest je een man te voelen. Nu, dat feestje was gisteren snel voorbij. Lees verder op eeboek >> […]

  2. Ze laten niet meer af « Eeboek - november 17, 2010

    […] mag heten. Maar daarover later meer, eerst vertellen wat er gisteren allemaal aan de hand was. Toen ik dus oog in oog stond met die stamelende meneer, wist ik simpelweg niet wat de bedoeling van die man kon zijn. Dat maakt het ook zo tweeslachtig […]

Plaats een reactie